Schrijfwedstrijd ‘Nieuw begin’ – Park Horizon

Eva kijkt uit het raam terwijl de auto rustig over de brede, goed onderhouden straten van Park Horizon rijdt. De zon staat al laag aan de hemel, en het gouden licht omarmt de straten. Alles ziet eruit zoals ze zich had voorgesteld: strak, modern en vlekkeloos. Hoge bomen staan langs de weg, groene parken doorkruisen de wijk, en de huizen zijn perfect symmetrisch, met nette tuinen en glanzende ramen.  

‘’Wat denk je?’’ vraagt Lucas, zijn ogen op de weg gericht, maar zijn stem vol verwachting. ‘’Het is… perfect,’’ antwoordt Eva zacht, terwijl ze naar buiten staart. Het voelt als een droom, een nieuw begin in een wijk die eruitziet als de ideale plek. Dit is precies wat ze nodig hebben. 

Ze stoppen bij hun nieuwe huis. Eva stapt uit en kijkt naar de schone stoep onder haar. Jarenlang hebben ze hard gewerkt en iedere cent omgedraaid om een huis te kunnen kopen. Nu is het eindelijk zover: hun eerste huis samen, in deze nieuwe wijk net buiten de stad. Op het tuinpad staat een vrouw met kort blond haar en een mand in haar handen. ‘’Welkom!’’ roept ze zwaaiend terwijl ze naar hen toe loopt. ‘’Ik ben Violet, jullie buurvrouw. Namens de buurt wens ik jullie van harte welkom. Dit is voor jullie.’’ 
Ze overhandigt de mand met een brede glimlach. ‘’Wat attent, dank je wel,’’ zegt Lucas. 
‘’We zijn een hechte gemeenschap,’’ zegt Violet. ‘’Als jullie iets nodig hebben, aarzel niet om het te vragen.’’ Haar hakken tikken ritmisch op de tegels terwijl ze wegloopt. 

‘’Kom, laten we binnen kijken,’’ zegt Lucas enthousiast.  

Binnen lijkt het huis wel een showroom. De meubels staan precies zoals in de folder, het aanrecht glanst en zelfs de lucht ruikt fris. Lucas vindt een boekje op tafel en bladert erdoor. ‘’Het schoonmaakteam doet hier echt geweldig werk. Geen stof, geen gedoe, elke dag een schoon en fris huis. Is dit niet fantastisch, Eef?’’ 
Eva glimlacht en opent de mand. Haar ogen vallen op de inhoud. ‘’Onze favoriete wijn… en precies onze favoriete snacks.’’ 
Lucas kijkt in de mand en barst in lachen uit. ‘’Deze plek is echt geweldig!’’  

De eerste dagen verlopen vreemd. De buren lijken overal te zijn. Elke keer als Eva en Lucas buitenkomen, staat de vrouw van nummer 7 paraat met een grote glimlach en een overdreven vrolijk ‘’Goedemorgen!’’ Wanneer Lucas naar de supermarkt rijdt, zwaait de man van nummer 3, die altijd op dat moment zijn heg aan het snoeien is. En als Lucas terugkomt, staat de buurman van nummer 10 al op hun oprit, altijd bereid om ‘’even te helpen’’ met de vuilnisbakken.  

‘’Heb jij ook het gevoel dat de buren ons altijd in de gaten houden?’’ vraagt Lucas terwijl hij hun koffiekopjes in de vaatwasser zet. Eva kijkt verbaasd op. ‘’Wat bedoel je?’’   

‘’Ze kijken… te veel. En ze weten dingen over ons. Zoals die snacks in de mand. En net in de supermarkt begon de kassière over de discussie die we laatst hadden over de autobanden. Eva haalt haar schouders op. ‘’Ach, dat is toeval. We moeten wennen aan hoe vriendelijk mensen hier zijn. Geef het wat tijd.’’ Ze pakt zijn hand en glimlacht.  

Op een ochtend, terwijl Eva het ventilatierooster schoonmaakt, ziet ze iets glinsteren. Nieuwsgierig haalt ze het rooster los – en verstijft. Tussen de lamellen zit een kleine camera. Haar hart begint te bonzen. Ze laat het ding uit haar handen vallen en rent naar Lucas, die in de woonkamer zit. ‘’Er zit een camera in het ventilatierooster,’’ zegt ze. ‘’Iemand kijkt naar ons.’’ 
‘’Wacht even,’’ zegt Lucas, zijn wenkbrauwen gefronst. ‘’Een camera? Heb je dat wel goed gezien?’’ 

‘’Ik ben niet gek!’’ snauwt Eva. Samen doorzoeken ze het huis en vinden nog meer camera’s: in de keuken, de woonkamer, zelfs in de slaapkamer. ‘’Dit is niet normaal,’’ zegt Eva met een trillende stem. 

Die avond klopt er iemand zacht op de voordeur. Lucas opent hem voorzichtig. Een oudere buurman staat daar, zijn ogen schieten nerveus heen en weer. Hij buigt zich voorover en fluistert: ‘’Ze luisteren altijd.’’ Zonder verdere uitleg draait hij zich om en verdwijnt in de duisternis.  

‘’We moeten hier weg,’’ zegt Lucas als hij de deur sluit. ‘’Ze controleren ons. Dit is geen gewone wijk.’’ Eva knikt. ‘’Maar hoe? Alles is beveiligd, en er is altijd wel iemand die ons ziet.’’ ‘’We vinden een manier,’’ zegt Lucas, zijn stem vastberaden.  

Die nacht, als de wijk stil lijkt, sluipen ze hun huis uit. Het grind onder hun schoenen klinkt angstaanjagend luid in de doodse stilte. ‘’Rustig,’’ fluistert Lucas. Ze blijven laag en bewegen langs de heggen en muren, richting de hoge metalen poort aan de rand van de wijk. Er wordt altijd streng gecontroleerd wie en wanneer er in en uit de wijk gaat. ‘’Misschien kunnen we eroverheen klimmen,’’ fluistert Lucas, maar Eva wijst naar het prikkeldraad bovenaan, dat glinstert in het maanlicht. ‘’Het is beveiligd met stroom,’’ zegt ze. 

Ze volgen de omtrek van de wijk, op zoek naar een zwakke plek waar ze zouden kunnen ontsnappen. Maar hoe verder ze lopen, hoe meer ze het gevoel krijgen dat ze in cirkels bewegen. ‘’Dit klopt niet,’’ fluistert Eva. ‘’We zijn al langs dit perkje gelopen.’’ 

‘’Kunnen we jullie ergens mee helpen?’’ klinkt ineens een stem achter hen. 
Ze draaien zich om. Violet staat daar, met een glimlach op haar gezicht die net iets te breed is. ‘’Nee, dank je,’’ zegt Lucas snel. Hij pakt Eva’s hand en trekt haar mee. Maar een paar straten verder staat een andere buur te wachten. ‘’Alles goed met jullie?’’ vraagt de vrouw van nummer 7, met haar gebruikelijke opgewektheid. ‘’Ze weten het,’’ fluistert Eva, haar stem trillend. ‘’Ze weten dat we proberen weg te komen.’’ 

In een steegje vinden ze een schuurtje, waar een ladder tegenaan staat. ‘’Dit is onze kans,’’ zegt Lucas. Hij plaatst de ladder tegen een muur en klimt omhoog. ‘’Kom, Eva!’’ roept hij. Maar net als ze over de muur willen springen, gaat een sirene af. Felle lichten overspoelen de wijk. Overal verschijnen buren, hun gezichten emotieloos, hun ogen gericht op het stel. ‘’Spring!’’ roept Lucas. Ze vallen aan de andere kant in het donkere bos en rennen door het struikgewas. Het geluid van brekende takken en hun gejaagde adem vult de stilte. Wanneer de geluiden van de wijk eindelijk wegsterven, zakken ze uitgeput neer. 

‘’We hebben het gehaald,’’ hijgt Lucas. Eva kijkt hem aan en glimlacht kil. ‘’Ik wel,’’ lacht ze. ‘’Maar jij niet.’’ ‘’Wat bedoel je?’’ stamelt Lucas. ‘’Ik ben al jaren bezig met de voorbereidingen voor dit experiment. Ik heb deze wijk opgezet en de acteurs ingehuurd. Om te onderzoeken hoelang iemand zou volhouden in een wijk als dit. Hoeveel je zou verdragen voordat je inzag dat je gevangen zat,’’ zegt ze. Eva staat op en lacht. ‘’Dit is nog maar het begin. Neem hem maar mee,’’ roept ze. Achter de bomen vandaan duiken figuren op: de buren. Ze stormen op Lucas af, terwijl Eva langzaam achteruit loopt, haar lach weerkaatsend in de donkere nacht.

Dit verhaal maakte onderdeel uit van de CB Schrijfwedstrijd – ‘Een nieuw begin’, en is geschreven door Mirte Prinsen